Nieuwsbericht Kabinet:
27.500 jongeren tussen 18 en 23 jaar die geen startkwalificatie hebben, geen opleiding volgen, niet werken en geen uitkering ontvangen, worden door hun gemeente de komende tijd weer op weg geholpen naar een opleiding of een baan. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid past daarnaast de Participatiewet zo aan dat ook de groep jongeren van 23 tot 27 vanaf 2017 door een koppeling van gegevens ‘in beeld’ kan komen en hulp kan krijgen.
Vorig jaar bleek dat ongeveer 66.000 jongeren onder de 27 met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, het contact verloren hebben met de instanties die hen op weg naar een baan kunnen helpen. Ze zijn uit beeld geraakt. Deze situatie maakt hun toekomst onzeker. De ministers Asscher en Bussemaker kondigden daarom in november onder andere aan met gemeenten bestuursafspraken te maken en de aanpak van voortijdig schoolverlaten beter op die van de aanpak jeugdwerkloosheid aan te sluiten.
De jongeren tussen 18 en 23 zijn inmiddels door de gemeenten in kaart gebracht en krijgen gericht hulp. Zo gaan in Rotterdam onder meer jongerenwerkers bij alle jongeren die in beeld zijn gebracht op huisbezoek en worden jongerenakkoorden gesloten met werkgevers, met name voor jongeren zonder startkwalificatie. Zo werken in Amersfoort net afgestudeerde jongeren bij het Jongerenloket. Doordat het leeftijdsgenoten zijn, sluiten zij direct aan bij de belevingswereld van de doelgroep. Zij helpen jongeren bij het vinden van een (leerwerk)baan, door advies te geven over leren en werken, voorlichting te geven over kansen op de arbeidsmarkt en te leren netwerken. En gaat ‘s-Hertogenbosch onder andere experimenteren met tussentijdse instroom op mbo-opleidingen voor oudere jongeren. Ook zetten zij voor deze jongeren, die vaak al lang uit het onderwijs zijn, een jobcoach in om uitval te voorkomen.
Om zicht te krijgen op de jongeren die ‘buiten beeld’ zijn en de manier waarop zij effectief geholpen zouden kunnen worden, heeft het ministerie van Sociale Zaken onderzoek laten doen. Hieruit blijkt dat de jongeren vaak teleurgesteld zijn in eerdere contacten met de overheid, nauwelijks een ondersteunend netwerk hebben en last hebben van een negatief zelfbeeld door de vele afwijzingen. Door onder andere contact met hen te maken via hun ontmoetingsplekken, rolmodellen en hen mede verantwoordelijk te maken, kunnen ze op weg worden geholpen naar een opleiding of de arbeidsmarkt. Met een aantal pilot projecten gaat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze aanpak ondersteunen.
Om jongeren perspectief te geven, zijn uiteraard ook de werkgevers onmisbaar. Veel werkgevers die werk hebben voor deze jongeren, schakelen uitzendorganisaties in. De uitzendbranche wil graag een rol spelen in het matchen en scholen van deze jongeren in samenwerking met gemeenten. De Stichting opleiding & ontwikkeling Flexbranche stelt voor een pilot met gemeenten scholingsvouchers beschikbaar.